Dag 28: San Quirico d’Orcia – Bolsena
Na een verfrissende douche ben ik eerst op zoek gegaan naar een frisse pint. Thuis drink ik amper bier maar hier doe ik het bijna elke dag en ik moet toegeven het bevalt mij. Ook sedert een paar dagen eet ik Italiaanse ijs.
Terwijl ik door de straten struin ontmoet ik mijn kamergenoot Dominique. Hij had net als ikzelf een plannetje gekregen van de bar die een menu pellegrini aanbood. Dit is mij te ver zegt hij, ik heb al meer dan 30 km gestapt vandaag en dat kan er nu niet meer bij. Wij spreken hier over een afstand van rond de 600 meter. Dit komt mij bizar voor. Bij een dergelijke afstand zal een stapper toch niet malen. Hij zal hier ergens dichtbij iets eten. Jean, de Bretoen, die er heel slordig en stuntelig uitziet, zie ik op de kamer en heeft precies ook geen goesting om het restaurant te bezoeken.
Om 7u 10 vertrek ik met de fiets naar de eetplaats. Het voelt eigenaardig aan om te fietsen zonder bagage. Ben precies minder stabiel. Aangekomen zie ik de dame uit Nivelles en haar vriendin. Haar vriendin is geen Belgische maar een Italiaanse, die ze heeft leren kennen tijdens haar camino. Ze stappen echter niet samen maar elke avond slapen ze wel op dezelfde plek. Ze spreekt een beetje Frans. Catherine, de Belgische, nodigt mij uit om samen met hen te eten. Beter dan alleen. Ik heb precies meer succes bij de vrouwen dan bij de mannen. Hoe zou dat nu komen? Ik laat mij ontvallen dat Dominique het niet zag zitten om mee te komen. Ze kennen hem. In San Gimignano was hij ook uitgenodigd maar hij stuurde zijn kat. De man houdt van eenzaamheid. Toen hij de camino naar Compostela liep vond hij het vervelend dat hij de auto hoorde die op de grote weg reden. Hij houdt van de stilte en van het alleen zijn. Een mens is toch een sociaal wezen zou ik veronderstellen. Niet bij hem dus.
Naast onze tafel zitten er Tsjechen. Een mama en haar zoon. De zoon spreekt een beetje Engels. Zij zijn hun camino drie dagen geleden begonnen in Sienna. De mama ziet er nu al versleten uit. Hopelijk bereikt zij Rome (zeker nog 10 dagen stappen). Het pelgrimsmenu bestaat uit een voorgerecht, hoofdgerecht en water. Ik kies als voorgerecht een “zuppa de pomodoro”. Anna zegt dat deze soep heel dik is omdat er daar veel brood in zit. Het is zeker niet vloeibaar. Als tweede schotel neem ik een kippenfilet met een gemengde salade. Het is voor mij meer dan voldoende. Amper €14. De uitgaven blijven binnen de perken.
Terug op de kamer waar de twee voor mij zonderlingen op bed liggen. Het is nog vroeg, amper 21u15 maar besluit ik om te slapen. Ik ben misschien dan goed uitgerust voor de dag van morgen.
Een redelijke goede nacht gehad. Mijn vrees was onterecht want Jean die sliep boven mij en stapelbedden zijn niet altijd stabiel maar het viel goed mee. Jean was met al zijn kleren nog aan in slaap gevallen en hij bewoog haast niet.
Doordat ik vroeg mijn bed indook was ik al wakker rond 5u45. Mij onmiddellijk klaargemaakt zodat ik al om 6u30 bij hetzelfde restaurantje was waar ze ook een ontbijt hebben. Ik vroeg de waardin om te betalen met de kaart. Geen probleem zei ze maar ze kon het niet laten om een opmerking te geven dat mijn kaart een visa-embleem heeft. Blijkbaar betalen ze dan meer kosten denk ik.
Ik vertrok. Het zijn ontzettende mooie landschappen maar je moet er wel veel voor over hebben. Ik zag deze mooie vergezichten bij de 2de klim van de dag. Eentje van 6 kilometer. Een derde klim volgde daar onmiddellijk op. Een van 5 kilometer. Maar ik stel vast als je goed uitgerust en vroeg op de dag moogt klimmen dat het best wel meevalt.
Het is zeer warm aan het worden. Op een bepaald moment wordt het meer dan 30 graden. Een wijze raad van tante Kaat is dat je dan je tere velletje goed insmeert. Doe ik ook maar op het einde van de dag ben ik redelijk wat verbrandt in mijn nek. Ook drink ik veel. Vandaag meer dan 4 liters. Bij elk moment waar ik kon kocht ik mij sportdranken bij.
Door een onoplettendheid van mijn kant rij ik verkeerd. De afdaling leek mij zo gezellig dat ik maar doorstoomde. Meer dan 4 km moest ik terug in tegengestelde klimmende richting.
’s Middags eet ik ergens een broodje, meer is er niet te vinden. Het zijn zeer lange eenzame wegen buiten het feit dat je geregeld toeterende auto’s tegenkomt. De Italianen toeteren voor alles blijkbaar.
Onderweg kwam ik ook twee Amerikanen tegen. Mannen uit Pennsylvania. Ze hebben hun eigen fietsen mee die ze speciaal hebben laten overvliegen. Ze rijden van Napels tot Genève. Ze hebben precies cowboyhoeden op hun hoofd. En het is zo warm en ze zijn gekleed alsof het min 10 is. Eigenaardige mannen die Amerikanen.
Rond 15u kom ik aan in Bolsena. Juist bij het binnenrijden van de stad is er een grote camping naast een groot meer. Heel wat Amerikaanse toeristen zo te horen.
Ik word verwelkomd door zr. Theresa. Een zwarte non uit Oeganda. Ze legt mij het reilen en het zeilen uit van deze plek. Er is ook een Italiaanse stapper die net aankomt. En terwijl ik dit typt komen er nog twee Italiaanse fietsers aan. Hoe dit allemaal is verlopen dat zien we morgen wel weer.
Morgen gaat de rit naar Campagnano di Roma. En dan Rome, mijn eindbestemming
Hallo Marc, courage nog voor de laatste dagen. De voorbije dagen zijn blijkbaar al lastig geweest. Morgen nog een laatste krak forcé en je einddoel is bereikt. Veel succes!!!
BeantwoordenVerwijderen