Dag 21: Garlasco – Orio Litta
Om 19u hoort in gerommel in de gang. De andere logés zijn gearriveerd. Ik weet niet of het verstandig is maar ik wil hen laten weten dat ik er ben, en klop op hun deur. Enrico, want zo heet hij, staat in zijn onderbroek en met bloot bovenlijf voor mij. Hij heeft een omvangrijke buik. Zijn marchandise heeft een stevig afdak. Ik hoor op de achtergrond zijn vrouw of zijn vriendin, Cynthia, giechelen. Waarschijnlijk heb ik hem gestoord in een van zijn favoriete bezigheden. Volgens het papier dat op de deur hangt zijn ze hier al drie dagen (18-19-20). Morgen vertrekken ze met de auto naar Rome. Dit kunnen geen pelgrims zijn eerder toeristen die voor een appel en ei gebruik maken van deze goedkope locatie. Zij hebben ook meermaals gebruik gemaakt van zowel de wasmachine als de droogkast en dat voor een gewone donativo. Men zou zich moeten schamen.
Rond 20u wou ik nog een simpele salade eten. Om de hoek was er een restaurantje die dit aanbood. Samen met een frisse wit wijn heb ik een hele krop salade met kaas en tonijn verorberd. Gezien het vanavond de match was tussen Italië en Spanje, vroeg ik aan de ober of er ergens in de contreien een groot scherm stond opgesteld. Neen zei hij, misschien kan je aan de overkant in het café de match volgen. De TV lag niet aan, ze liggen er hier precies niet wakker van. Ik heb via mijn hotspot de eerste helft bekeken. Spanjaarden zijn duidelijk te sterk voor dit Italie alhoewel de eerste helft eindigde met een brilscore. ’s Anderendaags zal ik zien dat de Spanjaarden gewonnen hebben met 1 – 0.
Om 22u vielen mijn ogen toe. Ik heb super goed geslapen en geen muggenbeten deze keer. Om 6u ben ik opgestaan en ik hoorde ook al geroezemoes in de kamer naast mij. Nadat ik mij had klaargemaakt, zocht ik naar wat geld om in het koffertje te steken. Ik had echter te weinig kleine biljetten in mijn geldbeugel. Enkel een briefje van €5 en wat kleingeld (zo een €2). Dat lijkt mij onvoldoende. Ik heb gewoon dan de rest van mijn Zwitserse munten (ong. CHF 2,5) erbij gevoegd. Ik moet in de toekomst zorgen dat ik iets kleiner contant geld heb. Heel comfortabel heb ik mij daarbij niet gevoeld.
Nadat ik het pand had verlaten vond ik om de hoek een bar waar ik een Americano met twee koffiekoeken kan eten. Ik kan er weer tegenaan, allez toch voor een tijdje.
De rit is weer niet zo lang. Amper 72 kilometer met 571 hoogtemeeters. Het vlakke parcours is verdwenen en het wordt een beetje meer golvend. Nog niets om naar huis te schrijven. De lucht is zwaar en zo nu en dan valt er een druppel uit de hemel. Later zal ik vaststellen dat er ook veel stof in de lucht hing want Rocinante en de zakken zitten vol met bruine stofplekken. Zal haar wanneer ik Orio Litta ben haar even een poetsbeurt geven.
Langs de weg zie ik voor het eerst een ooievaarsnest. Ook ontwaar ik minder en minder rijstvelden. Ze zijn er nog maar in veel mindere mate. Op de velden zie ik meer graan en bonen. Er zijn al graanvelden geoogst en het stro is geperst in balen.
Nog wat verder zie ik op een groot rond punt dat er een Belgiosofeest zal zijn. Zouden ze inderdaad een groot feest voor mij, de dapperste onder de Belgen, hebben georganiseerd. Had gekund maar Belgioso is een gemeente of stad in Italië en niet een woordspeling op Belg. Jammer.
Op ongeveer hetzelfde moment zie ik voor het eerst een stapper met stevige tred en met een grote rugzak. Het is de Portugees Manuel die de Francigena route afwandelt. Hij heeft ook al de Camino gedaan. Hij beaamt dat er weinig mensen zijn die deze route doen tijdens deze periode van het jaar. Het is alsof wij ons in de woestijn bevinden zegt hij. Wij wisselen onze Polarsteps-adressen. Nog 15 km stappen zegt hij en dan ben ik ervoor vandaag. Binnen de 2u30 ben ik op mijn bestemming voegt hij er nog aan toe. Sterk want ik zou er waarschijnlijk meer dan 3u over gedaan hebben.
Ik stop even om een Tonic te drinken en op het terras bewonderen en verwonderen de Italianen zich over mijn, volgens hen, krachttoer. Er is en iemand die Frans spreekt want hij heeft nog voor Solvay gewerkt in Brussel, nu is hij met pensioen. Ik moet toegeven wanneer ik in die taal mag spreken mijn conversatie iets eenvoudiger is. Ook op andere plaatsen word ik door verschillende voorbijgangers uitbundig begroet. Het Camino-gevoel komt terug.
Vanuit België krijg ik een telefoontje van Mia Verfaille. Zij wil weten hoe het met me gaat vooral omdat ik gisteren via een WhatsApp had laten uitschijnen dat ik nog weinig pelgrims ben tegengekomen. Het is een aangename conversatie. Zij en Pol zijn pas terug van de Adria-route. Moet je doen Marc zegt zij en de route is absoluut niet lastig. Ik neem er nota van maar ik denk niet dat dit er ooit nog komt.
Omstreeks 13u kom ik aan in Orio Litta. Grabriella ontvangt mij met open armen. Het is meer dan een mooie plek. Wij zouden voor deze nacht met twee zijn. Een Française, Céline en ikzelf. Gisteren was er hier ook maar één iemand maar de dag voordien waren ze met negen.
Nog even gemiddagmaald in een bar hier vlakbij waar ik ook vanavond nog een salade kan eten. Het leven kan toch heel simpel zijn.
Morgen naar Fidenza waar ik tot op heden geen concrete bevestiging heb gekregen van de slaapplek maar dan zie ik morgen dan wel weer
Reacties
Een reactie posten